H5 – DE TWINTIGSTE EEUW
Roerige tijden
In het begin van de twintigste eeuw huurt Johan Greven het huis
enige jaren van de in 1907 opgerichte familie-vennootschap
‘Maatschappij tot exploitatie van Schellerberg en andere onroeren-
de goederen’. De kinderen van Ernest en Johanna besluiten tot het
oprichten van deze vennootschap om te voorkomen dat de lande-
rijen door vererving versnipperd raken. De familieleden oefenen
hun beroep lang niet allemaal meer in Zwolle uit, wat het beheer
van de gronden voor hen een stuk ingewikkelder maakt. Door het
aanstellen van een gezamenlijke directeur voorkomt men deze
moeilijkheden en kan de opbrengst optimaal zijn. Bovendien zijn de
fiscale lasten van een naamloze vennootschap gunstig; de ven-
nootschapsbelasting bestond nog niet. Voor verschillende familie-
leden is dit financiële aspect een flinke steun in de rug. Oswold jr.,
Hendrik Marie en Johan worden aangesteld als directeuren. Johan
zet in 1908 samen met J.W.J. Baron de Vos van Steenwijk een
modelhoeve in de buurschap Spoolde op. De boerderij levert ‘op
hygiënische wijze gewonnen melk van gezond vee’ aan de beide
Zwolse ziekenhuizen en aan gerenommeerde horecabedrijven in
de stad. Tot het moment waarop mond- en klauwzeer uitbreekt flo-
reert de boerderij, maar die ziekte luidde het einde in.
Johan verhuist in 1922 met zijn gezin naar de Wilhelminasingel en
niet veel later naar het Landgoed De Horte in Dalfsen. Er volgt een
periode waarin diverse huurders van buitenaf elkaar opvolgen. Het
doet het huis en de omringende ’terreinen van vermaak’ geen
goed. Veel kennis over het buiten gaat verloren, wordt niet doorge-
geven aan volgende generaties. Door het uitbreken van de crisis
vallen in de jaren dertig de financiële mogelijkheden voor de fami-
lie om Schellerberg voor de toekomst te bewaren weg. Oswald en
Johan voeren het beheer, maar het moet soms een nauwelijks te
dragen inspanning zijn geweest. De Grevens waaieren uit over
Nederland, na eeuwenlang in Zwolle gewoond te hebben.
De Tweede Wereldoorlog breekt uit. In 1940 en 1941 wordt de
belastingdruk op naamloze vennootschappen opgevoerd, waar-
door het voordelige belastingregime voor Schellerberg vervalt. Na
uitgebreid familieberaad wordt de familievennootschap ontbonden
en de bezittingen over de gerechtigden in de familie verdeeld. Het
huis met omringende terreinen en bebouwing staat op niemands
verlanglijstje, geldverslindend als het is. Een kleinkind van Ernest,
Elisabeth ofwel Bep, en haar man Wim Tromp Meesters bieden uit-
eindelijk aan dit deel te nemen; de familie gaat akkoord. Men beseft
heel goed dat de naam Greven op den duur niet meer met
Schellerberg verbonden zal zijn, maar de familie is opgelucht dat
Schellerberg niet in vreemde handen behoeft over te gaan. Het
Landgoed blijft tenminste in handen van een tak van de familie. Bep
woont tijdens de oorlog met haar kinderen in Arnhem. Zij ziet
Schellerberg als een onverwachte redding, nadat zij, na afloop van
de evacuatie, haar kapot geschoten huis in Arnhem in ogenschouw
heeft genomen.
Inmiddels weduwe geworden, neemt Bep er haar intrek, maar kan
zonder echtgenoot niet veel uitrichten om het verwaarloosde
Schellerberg een nieuw elan te geven. Na de oorlog krijgt zij de
kans nog enkele bezittingen in Schelle van familieleden te kopen.
De Nederlandse Heidemaatschappij beheert het Landgoed voor
Bep. Haar grote verdienste is geweest dat zij Schellerberg voor ver-
koop wist te behoeden en door kon geven aan de volgende gene-
ratie. En dat is in de polariserende zestiger en zeventiger jaren niet
altijd even vanzelfsprekend gegaan. In 1984 overlijdt zij en neemt
haar zoon Willem Tromp Meesters het roer over.
TROMP MEESTERS EN DE RUSLAND-HANDEL
De familienaam Greven is nu niet meer met de buurschap
Schelle verbonden. Door het huwelijk van Bep Greven, de voor-
laatste eigenaar van Schellerberg, met Wim Tromp Meesters
raakt de familie Tromp Meesters verbonden met Schellerberg.
Deze familie is in de negentiende eeuw in goeden doen geraakt.
Salco Tromp Meesters had in Steenwijk een houtzagerij en voer-
de handel op Rusland. Het hout werd met paard en wagen en
met een slee vervoerd. Salco en zijn zonen Jan en Jan Hendrik
bezaten samen met de familie Matak Fonteyn drie zeil-stoom-
schepen voor de grote afstanden. De inwoners van het Twentse
dorp Vriezen veen, de zogenaamde Rusluie, dreven eveneens
handel op Rusland. Zij leverden onder andere linnen en damast
aan het tsaristische hof. Omstreeks het begin van de achttiende
eeuw vonden de Vriezenveners een handelsweg naar Rusland.
Deze pioniers gingen meestal per zeilschip over zee tot Lubeck,
maar ook ging men wel met de huifkar geheel over land naar
Sint Petersburg. De reis ging vaak over onbegaanbare wegen.
Dag en nacht trok men voort, waarna de Rusluie dan na drie of
vier moeizame weken in Sint Petersburg aankwamen. Het suc-
ces van de Vriezenveense kooplieden is vanaf het begin groot
geweest. Hoogtepunt vormt de levering van linnen in de acht-
tiende eeuw aan de tsarina. In 1905 verwoestte een grote brand
een flink deel van Vriezenveen. 228 huizen, de kerk en het
gemeentehuis gingen in vlammen op. Aangenomen mag wor-
den dat de beide broers Tromp Meesters en de Rusluie elkaar
kenden door de gezamenlijke afzetmarkt. In elk geval mochten
Jan en Jan Hendrik het hout leveren voor de herbouw. De han-
del op Rusland heeft de familie Tromp Meesters een fortuin
opgeleverd. De weelderige Jugendstil villa ‘Rams Woerthe’ die
Jan Hendrik in Steenwijk liet bouwen is nog een herinnering aan
die tijd. Jan, de grootvader van de huidige eigenaar van
Schellerberg, bouwde het huis ‘Nijenstede’. Jammer genoeg is
dit huis in later jaren gesloopt.
Vanaf 1984 een nieuw beheer
Al in eerdere jaren heeft Willem Tromp Meesters het beheer
gevoerd over delen van Schellerberg. Hij heeft daardoor goed weet
van de mogelijkheden en onmogelijkheden die de grond biedt. Zelf
blijft hij voorlopig op zijn fruitteeltbedrijf in de Noordoostpolder
wonen. Zijn echtgenote Lied Tromp Meesters-van Everdingen
neemt haar intrek op Schellerberg om te voorkomen dat krakers
het huis zullen bezetten! Zij begint al gauw met een klein kampeer-
terreintje vlakbij de boerderij. Het echtpaar beseft maar al te goed
dat het erven van Schellerberg één ding is, het kunnen behouden
is een andere zaak!
Schellerberg is zo verwaarloosd dat er nog heel wat jaren overheen
gaan voordat er sprake is van een acceptabele toestand. Willem
kan zich voorlopig niet intensief met het beheer bemoeien, omdat
hij al zijn aandacht nodig heeft bij de appels en peren in de polder.
Het is wel duidelijk dat er meer inkomsten moeten komen: op de
huidige manier doorgaan is een doodlopende weg. In 1992 keren
de kansen. Willem voegt zich na de verkoop van het fruitteeltbedrijf
bij zijn vrouw op Schellerberg, waardoor het achterstallige onder-
houd langzaam maar zeker ter hand genomen wordt. Dochter
Thera met haar man John Wennips en hun kinderen vestigen zich
eveneens op Schellerberg. Het grote huis leent zich goed voor het
bewonen door twee gezinnen. Gezamenlijk zetten zij zich in voor
het herstel van het Landgoed Schellerberg. Ieder neemt naar zijn
eigen aard en mogelijkheden een aantal werkzaamheden ter hand.
In een regelmatig gehouden familieberaad worden alle activiteiten
op elkaar afgestemd. De taken worden verdeeld en er wordt afge-
sproken wie er contact legt met instanties over bepaalde kwesties.
Ingrijpend waren de verbouwing van het Koetshuis en het opzetten
van de camping. Het kost veel tijd om de Zwolse jeugd duidelijk te
maken dat het Landgoed geen speelplaats is. Langzamerhand komt
Schellerberg weer ‘naar de bewoners toe’, nadat het te lange tijd
verwaarloosd is geweest en anderen er bezit van hebben kunnen
nemen.